Het klimaat op onze aarde verandert geleidelijk aan. In België stijgt de gemiddelde temperatuur elk jaar, wat het belang van koeling steeds meer onderstreept. Als we ook op de warmste dagen van het jaar willen genieten van een comfortabele en duurzame woning, moeten we zeker nadenken over zonwering en koelingsopties. Maar hoe kunnen we dit het beste aanpakken en welke keuzes zijn er beschikbaar? En hoe beïnvloedt dit onze energieprestatie en het EPC-label?
Mobiele buitenzonwering: alle zonwering die aan de buitenzijde van het raam is bevestigd en handmatig kan worden bediend. Deze kunnen zicht in het vlak van venster bevinden, zoals luiken, rolluiken, blinden en jaloezieën of (deels) niét in het vlak van het venster, zoals markiezen, uitvalschermen, knikarmschermen of markisolettes. Luiken en rolluiken kunnen ook een isolerend effect hebben als ze gesloten zijn. Daarentegen kunnen ze ook een bouwknoop (koudebrug) veroorzaken doordat ze de isolatielaag onderbreken.
+ zonwerend effect is steeds positief voor uw energiescore. De grootte van het effect is voor een groot deel afhankelijk van de oriëntatie van het venster.
+ (rol-)luiken kunnen ook een positief effect hebben op de isolatiewaarde van uw venster en dus op het E-peil (EPB). In een EPC wordt dit effect niet meegenomen.
- voornamelijk bij rolluiken kan een bouwknoop een negatieve invloed hebben op het E-peil (EPB). In een EPC wordt dit effect niet meegenomen.
Sturing op zonwering: aan de hand van een lichtsensor op het gevelvlak kan zonwering automatisch gestuurd worden. Ook een aanwezigheidssensor kan hierbij helpen. Zo worden screens automatisch neergelaten als er géén aanwezigheid is in het huis.
+ sturing kan in sommige gevallen positief zijn voor het E-peil (EPB), maar heeft geen invloed op het EPC.
Binnenzonwering: alle zonwering die aan de binnenzijde van het glas geplaatst worden. Voorbeelden hiervan zijn blinden, jaloezieën en gordijnen. Het grootste voordeel is dat deze zaken ook perfect kunnen verduisteren, maar het nadeel is dat deze maar in heel beperkte mate de warmte kunnen buitenhouden. Deze types zonwering mogen dan ook niét worden ingerekend in een EPC.
geen invloed op het resultaat.
Vaste beschaduwing en buitenzonwering: belemmeringen en overstekken zoals luifels, muren, bomen, klimplanten, enz... kunnen een venster beschaduwen waardoor er minder zonnewinsten zijn en de kans op koeltevraag daalt. Een nadeel hiervan is dat ook in de winter de zon tegengehouden wordt en op dat moment de zonnewinsten ook minder zijn. Een voorbeeld dat doorgaans enkel positief is, is een luifel boven een zuid gericht venster. In de zomer zal de hoogstaande zon geblokkeerd worden terwijl deze in de winter wél kan inschijnen.
+/- afhankelijk van uw gebouw en zijn eigenschappen (oriëntatie, glasoppervlak,...) kunnen vaste beschaduwingen positief of negatief zijn voor de energiescore.
Zonwerende beglazing: het type beglazing is heel belangrijk voor de oververhitting. Zonwerend glas of vierseizoensglas houdt de invallende zonnewarmte méér tegen dan gewoon hoogrendementsglas. Daarvoor worden coatings op het glas geplaatst. Net zoals bij vaste beschaduwing zorgt dit er ook voor dat in de winter de zonnewinsten ook kleiner zijn.
+/- afhankelijk van uw gebouw en zijn eigenschappen (oriëntatie, glasoppervlak,...) kunnen vaste beschaduwingen positief of negatief zijn voor de energiescore.
Intensieve nachtventilatie: Een woning wordt best voorzien van opengaande vensters die 's nachts kunnen worden opengezet om de warmte uit te woning te laten. Een systeem van horizontale (dwarsventilatie) of verticale trek (schoorsteeneffect) kan het gebouw gevoelig doen afkoelen.
+ de mogelijkheid tot intensieve ventilatie is positief voor uw E-peil (EPB), maar heeft geen invloed op uw EPC-score.
Bypass op ventilatiesysteem: bij centrale ventilatiesystemen type D kan een bypass worden ingebouwd. Hierbij wordt de warmteterugwinningsfunctie 's zomers uitgeschakeld als de binnenlucht warmer is dan de buitenlucht. Zo kan het ventilatiesysteem een hulp zijn in de koeltevraag. Ook bij type C systemen kan de eventuele vraagsturing uitgeschakeld worden zodat de volledige capaciteit van het toestel gebruikt wordt om de binnenlucht te verversen.
+ een bypass op uw systeem is positief voor de score
Isolatie en inertie van het gebouw: een goed geïsoleerde woning houdt 's zomers de warmte buiten en de koelte binnen. Als er daarbij ook voldoende 'zware' constructies zijn (zoals beton en metselwerk) dan spreekt men over een inert gebouw dat de koude goed kan vasthouden in zijn structuur.
+ een goede isolatie en inertie zijn positief voor de energiescore
Luchtdichtheid: net zoals een goed geïsoleerde schil de thermische verliezen kan beperken, kan een luchtdichte schil de ventilatieverliezen beperken. Ook in de zomer kunnen we hierdoor veel beter de koude in het gebouw bewaren. Een gecontroleerde continue basisventilatie blijft uiteraard noodzakelijk voor de kwaliteit van de binnenlucht.
+ een goede luchtdichtheid is positief voor uw EPC en score. om dit aan te tonen is een blowerdoortest vereist.
Actieve koeling via warmtepomp: Een warmtepomp haalt warmte uit een bron, zoals de lucht of de bodem, en geeft die af aan een gebouw. Bij de meeste warmtepompen kan deze functie omgekeerd worden, waardoor het gebouw gekoeld wordt. Net zoals bij verwarming verbruikt de warmtepomp hiervoor energie. Bij vloerverwarming heeft dit een beperkt verkoelend effect omdat de vloer uiteraard niet ijskoud mag zijn. Bij condenserende convectoren of airco-binnenunits kan het effect veel groter zijn. Daarenbij zorgt de ontvochtiging ook voor een aangenamer gevoel.
+/- Om de invloed op de energiescore te begrijpen, moet je weten dat in EPB en EPC bij woningen met een grote kans op oververhitting al een fictieve actieve koeling wordt ingerekend. Het is dus zeker niet altijd zo dat het plaatsen van een airco sowieso negatief is voor de score van een woning.
+ Wat ook belangrijk is, is het feit dat een warmtepomp ook kan verwarmen aan een heel mooi rendement. Het plaatsen van een lucht/lucht warmtepomp (= airco) zorgt er dus ook voor dat de ruimte op een duurzame manier verwarmd kan worden. Dit is positief voor de energiescore.
Passieve koeling via bodem/water warmtepomp: hierbij wordt de warmte van een gebouw terug aan de grond afgegeven. Dit kan makkelijk omdat de bodem een vrij stabiele lage temperatuur heeft. Dit kan trouwens zonder veel energie te verbruiken. De warmtepomp moet zelf niet werken, enkel een circulatiepomp. Daardoor is dit een heel duurzame oplosing. Het verkoelend effect is echter beperkt aangezien het hier steeds om vloerkoeling gaat (zie hierboven).
+ positief effect op de energiescore afhankelijk van oppervlakte koelvloer en grootte van de koeltevraag.